‘Oh Danny boy the pipes, the pipes are calling.’ Traditional. Beginzin. Ierse ballad. Begin twintigste eeuw. Vermoeden? Dit boeit Dennis geen donder. Gok. Not his music. Het lied mijmert afscheid. Het past nu even. Van mij hoeft het niet. Jouw afscheid. Helemaal niet. En Dennis…..met mij velen. Nog een jaartje mag best. Het is jouw regie. Ruim zeventien jaar eerste selectie. Je vindt het welletjes. Zeventien jaar! Meer dan de helft van je leeftijd. Toe maar.
Het is rond de eeuwwisseling. Apeldoorn. Deto net gepromoveerd. Overgangsklasse. Wedstrijd drie. Nog geen punten. We spelen nog op gras. Het is de tijd dat het veld uitleggen onderdeel was van de warming up. Het was de tijd dat je een extra lint om het veld spande om het publiek wat op afstand te houden. Een jochie. Zestien. Debuteert. Onbekend in korfballand. Hoewel. Hij werd met zijn zus ooit Nederlands kampioen strafworp nemen. Ook dat nog. Hij speelt naast Jan Kooiman. Routinier. Jawel. De vader van. Jan trekt de aandacht. Hij wordt gezien als het Deto gevaar. Het geeft Dennis ruimte. Veel ruimte. Op een metertje of acht. Twee benen naast elkaar. Quasi nonchalant schiet hij de ballen. Koel. Droog. En dodelijk. Toen was het al zichtbaar. Geef hem die kans niet. Deto wint. Dennis scoort in die wedstrijd meerdere malen. Ik was erbij. Sterker nog, ik coachte. Met terugwerkende kracht ben ik stiekem trots dat ik betrokken was bij zijn debuut.
Het duurde nog een jaartje, misschien twee. Dan volgt de vaste positie in het eerste. Zeventien jaar lang! Dennis, de man uit een echte korfbalfamilie. Al snel een belangrijke kracht. Al snel een bekende. Al snel een naam. Of het aan de achternaam ligt? Who knows. Gevolg? Druk op de jonge schouders. Hoge verwachtingen. Elke wedstrijd weer presteren. Iedereen verwacht een oneindige doelpuntenmachine. Niet eenvoudig. Niet realistisch. Dat kan niet elke wedstrijd. Onmogelijk. En dus kritiek. En al zie je dat bij Dennis niet, in al zijn gedrevenheid moet dat geknaagd hebben.
Zeventien jaar in het eerste. Jaren gebivakkeerd in de eerste klasse. Zelfs een degradatie naar de tweede klasse. Vervolgens jaren overgangsklasse. Ploeggenoten komen en gaan. Hij zag menig trainer. En beetje bij beetje werd de selectie sterker en breder. Niet alle scores lagen meer op zijn schouders. Hij kon gaan doceren. Dennis kon zijn geslepenheid inzetten. Steeds meer kon hij profiteren van de alternatieven in het team. Steeds meer kon hij de tegenstander frustreren. Dennis de geslepene. Dennis de killer. Dennis niet snel. Maar hij heeft dat uiterst snel, venijnig en goed getimed stapje. Het is voldoende. Metertje of acht. Liefst uit stand. Een dan…. boem boem Den the Man. Killing.
His finest hour? De sleutelontvangst voor de league. Beloning voor heel veel jaren investeren. En in de league was het Dennis die het eerste DSC doelpunt produceerde. De league vroeg ook veel van Dennis. Het bleek zwaar. Tegenstanders gaven geen kleine beetjes ruimte. Hij moest meer gaan lopen. Niet zijn kracht. Dus… Dennis verloor zijn basisplaats. Shit. Maar hij schikte zich geweldig in zijn rol. Steunde zijn team. Gaf als aanvoerder het voorbeeld. Knap. De degradatie moet ook bij hem hard zijn binnengekomen. Een deceptie. Maar Dennis had wel vaker een teleurstelling in zijn carrière. Net niet promoties. Vaak tweede. Een gemiste strafworp op een cruciaal moment. Een net niet score toen het echt moest. Ook dat zit in zijn carrière. Het heeft hem gerijpt. Dennis laat niet los. Kijk de laatste weken. Bepalend in het huidige resultaat.
Dennis. Number nine. Altijd. Behalve in de finale tegen TOP. Het shirtje lag ergens anders. Nummer negen. Het is een symfonie. Beethoven. Waarschijnlijk ook niet je genre. Maar Dennis. Dit werk is een monument in de muziekgeschiedenis. En een monument dat ben jij ook. Je past in de eregalerij ‘der DSC groten.’ De symfonie eindigt met koorzang op tekst van de achttiende eeuwse dichter Schiller. Nu haak je denk ik helemaal af. Maar ‘Ode an die Freude.’ Past bij jou Dennis. Je bracht mensen grote vreugde met je spel en scorend vermogen. Genieten. Dus in alles hoort die negende symfonie bij jou.
Zaterdag speelt hij zijn laatste thuiswedstrijd. Een kampioenschap is meer dan mogelijk. Dat zou een fantastisch en bijzonder afscheid zijn. Hij verdient samen met zijn ploeg een grote opkomst. Dennis Snel. Icoon. Een monument van een speler.
En daarna zal hij rustig een biertje drinken en een potje darten. Dennis bedankt.