We groeien als korfbalsport in ledenaantal. En dat is mooi nieuws, zeker gezien het feit dat de laatste jaren een dalende trend zichtbaar was. In een interview met SportknowhowXL legt scheidend directeur Henry van Meerten (hij stopt per 1 januari 2025) uit waardoor dat volgens hem komt: “Korfbal is een teamsport en daarmee geen concurrent van ongeorganiseerde sport. Bovendien zijn we als bond een nieuwe weg ingeslagen. Onze strategie richt zich nu op sportplezier, maatschappelijke impact en persoonlijke groei van de sporters.”, aldus van Meerten. In een maatschappij waarin tegenstellingen de boventoon voeren, lijkt korfbal het dus te lukken om daar een alternatief in te zijn. En dat is mooi nieuws.
Ik denk dat het ook te maken heeft met het feit dat de sport zich steeds opnieuw lijkt uit te vinden. Niet alleen op het gebied van spelregels en spelvormen maar vooral ook op die plek in het maatschappelijk speelveld met de vereniging als middelpunt. Het is ook om die reden – terwijl iedereen snapt dat je voor het echte topkorfbal naar de zaal moet – veldkorfbal nooit mag verdwijnen. Het is de smeerolie in het verenigingsleven. Het wordt echter een steeds grotere uitdaging om een goede invulling te geven aan het naast elkaar laten bestaan van beide competities. Dat zijn denk ik flinke hoofdbrekers op Papendal.
Wat dat aangaat is het naar mijn mening al een mooie stap geweest om de veldcompetitie, vanwege het soms overvolle programma, wat kleiner te maken. Minder wedstrijden (6 ipv 8) zowel in het na- als in het voorjaar. Ook het feit dat je aan het eind van die eerste 6 wedstrijden al iets kunt verdienen (of verliezen) wat je in het voorjaar kunt verzilveren (of echt gaat verliezen), draagt daar aan bij. Hoe dan ook, de prijzen worden pas in mei/juni verdeeld. De top van de piramide vormt daarop een uitzondering. De 16 teams die zich in oktober verzekeren van een plek in de Ereklasse (door 1 of 2 te eindigen in de poule) spelen in het voorjaar nog om het kampioenschap van Nederland in een veredelde Mickey Mouse/zomeravond competitie. Degraderen kunnen ze niet meer. Veel zin hebben de meeste teams er dan ook niet meer in, omdat ze moegestreden zijn tijdens hun optreden in de KL1 of KL2. Op zich begrijpelijk. Maar ja, er staat ook publiek, denk ik dan.
Het andere waar ik me – in deze opzet – ook aan stoor is het vieren van kampioenschappen door eerste teams…….. in oktober! M’n caravan staat pas net in de stalling, de bladeren zitten nog aan de bomen en ik zie op websites, socials en in kranten al kampioenschappen uitbundig gevierd worden. En volgens mij heb je nog helemaal niks. Inderdaad, je doet een stapje omhoog, waardoor je in het voorjaar een klasse hoger speelt maar dan moet je die stap nog wel verzilververen. Je kan dan namelijk ook laatste eindigen. Sta je in september weer in dezelfde klasse als in september van het jaar daarvoor. Dus, wat heb je dan gevierd in oktober?
Kijk, dat we in het breedtekorfbal en bij de (kleinste) jeugd successen en kampioenschappen zoveel als mogelijk vieren….. vooral blijven doen. Maar laten we bij de ‘grote mensen’ onszelf ook een beetje als zodanig gedragen. Onze sport zit in de lift, we maken mooie stappen, we hebben nog genoeg uitdagingen. Maar om in oktober al op het bordes te gaan staan vind ik niet bijdragen aan de uitstraling die we als korbalsport zo graag willen nastreven. Dus laten we afspreken dat we de prijzen verdelen in maart/april (zaal) én in juni (veld). Hebben we in oktober alle ruimte om de kampioenschappen van het breedtekorfbal en de jongste jeugd te vieren.
Fijne zondag.
Edwin Mulder
Voorzitter KV DSC