Van Vloten en Verberk

Datum:
26
-
05
-
2016

Het afscheid nadert. Weemoed. Wat te zeggen. Speurtocht naar herinnering. Welke momenten? Er zijn er zoveel. Welke woorden? Muziekje erbij? Surfen. YouTube. Spotify. Daar was het. De tenor sax. Gecombineerd met het zachte, waterige geluid van de bruches op de snare-drum. ‘In A Sentimental Mood.’ Duke Ellington. 1936. Melodieus. Herkenningsmelodie van ‘Kronkels.’ Aankondiging van afsluiting. Komisch. Ironisch. Beschouwend. Tragisch. Melancholiek. Ouderen onder ons snappen het. Simon Carmiggelt. En voor alle anderen? Googelen. Mijn format, frame was gevonden voor deze protagonisten. Niet in een klassiek drama. No way. Het betreft een heldenepos. Verhaal van een duo. Wegbereiders. Overwinnaars. Hoofdpersonages bij gelegenheid. Heroes.

Uno. Man van de club. Ik ken hem al lang. Heel lang. Als jeugdig speler. Als speler van het eerste. Als bestuurslid. Als TC lid. Als trainer. Jeugd. De A1. Hoofdtrainer van de selectie. B1. Wederom A1. Wederom selectie. Imposant palmares. Bracht de A1 naar de hoofdklasse. Bracht jeugdteams in de play-offs. Werd met de A1 tweede van Nederland. En nog veel, veel meer. Opleider pur sang. Voor mij kanjer, klankbord en vertrouweling.

Duo. Hagenees. Groene zijde. Kennismaking? Telefonisch. Eerste ontmoeting? Café in Heesch. Koffie. Praatje. Biertje. Brabant hè. Onderlinge sfeer was geboren. Het voelde goed. Ik wist het zeker. ‘He’s the man.’ En bij het ja-woord? Euforie. DSC had zijn trainer van boven de rivieren. Recht voor zijn raap. Soms ongezouten Haags. Gedreven. Ambitieus. Emotievol. Relativerend. Gevoelsmens. Clubmens.

Het ging los. Seizoen een. Kampioen overgangsklasse veld. Seizoen twee. Kampioen overgangsklasse zaal. Eindelijk. Na een keer of zes tweede te zijn geworden. Ook twee kampioen in de hoofdklasse zaal. Crescendo. En toen een teleurstelling. In de laatste veldwedstrijd blokkeerde Avanti de promotie naar de ereklasse.

Seizoen drie. De geboorte van VVV. Van Vloten en Verberk. DSC voor het eerst volledig hoofdklasser. Verwachting op het veld hooggespannen. Druk in de zaal. We waren opeens een favoriet. Hoezo? We speelden nog nooit op dit niveau. Het eerste half jaar was moeizaam. Geen evenwicht. In gesprekken bleven we alle drie koel. Opdracht: hoofdklasser blijven. Ambitie: stabiele hoofdklasser zijn. We komen net kijken. En toen ging het draaien. Een memorabel moment! DSC – GKV. Afgeladen Vijfkamp. Voor het eerst een kolkende arena. Inzet play-offs. En? Net niet. Weer net niet. De DSCitisch. Zekere voorsprong verspelen. En op mijn netvlies? Een emotionele van Vloten. Ik zie hem op de scheidsrechter afvliegen. Het stoom komt uit de oren. En ja, van Vloten had een puntje. Ik dacht: “dit gaat niet goed. Hij breekt hem zo meteen door……...” Tjeerd Kooiman was de reddende engel. Hij voorkomt de doldrieste uitvoering van de gedachte. En Verberk? De tacticus. Natuurlijk teleurgesteld. Maar hij zat alweer in de beschouwing. Wat leren we hieruit?

Seizoen vier. Opvallende keuze. Meestal blijft een trainer twee, drie jaar. Het gevoel was goed. Er is veel vertrouwen in verdere progressie. Er komen spelers bij en de samenwerking van VVV is uitstekend. Maar de start is ongelukkig. Weer de nodige wisselingen. In vier jaar tijd bleken alleen Dennis Snel en Renèe Kuin constante factoren in het eerste. Maar vier punten op het veld. Weer geen balans. En in het gesprek tussen de mannen? Geen paniek. Afspraak? We gaan van wedstrijd naar wedstrijd. Verder kijken we niet. Oranje Wit thuis was de ommekeer. TOP uit zorgde voor overtuiging. DSC groeide en groeide. KVS thuis. De cruciale. DSCitisch op de loer. Maar het lukt. Play-offs. DSC in de wolken. Eindhoven de gekste. Brabant is los. En passant pakte twee weer een zaaltitel.

De apotheose. Wageningen uit. Verlenging. Wat een spanning. Nog twee seconden. Het schot van Marloes Veenstra. De score. Het ongeloof. De vreugde. De gekte. Finale. PKC hal. TOP komt er eigenlijk niet aan te pas. DSC heerst. Het publiek kan, achteraf gezien, een hele wedstrijd feesten, schreeuwen, tot zich door laten dringen dat DSC gaat doorstoten naar de korfballeague.
En is de promotie naar de league het moment? Absoluut. En toch. Na de winst in Wageningen. Terwijl de aanhang feest. Wat afzijdig. Verberk en Van Vloten. De ontlading. De mengeling van vreugde, verdriet, pijn, spanning, vermoeidheid, ongeloof. We omhelzen elkaar en het blijft bij niemand droog. Zeker bij Richard niet. En dat is en was heel begrijpelijk. Het moment siert deze trainers. Die bak emotie gecombineerd met hard en gedreven werken. Altijd koers houden. Hard en hart voor de zaak.

‘And now the end is near.’ Enorm veel waardering voor het werk van Marc. Hij is jarenlang de constante factor geweest. Ooit spraken we samen een duurzame samenwerking af. Hij bouwde rustig, slim, tactisch aan dit sportieve succes. DSC is zijn club. En ik gun hem zijn uitdaging samen met Richard bij KCC. Dat stoort de duurzame samenwerking niet. Integendeel. Wij gaan bij DSC nog veel plezier hebben van zijn ervaringen. Marc is DSC. En van Vloten. De man die kwam, zag en overwon. De man die vol gedrevenheid DSC vooruit stuwde. De man die zijn opdracht meer dan waar maakte. De man die DSC over de drempel tilde. De man die één werd met DSC. Hij zei tegen NL Korfbal: “ik word supporter.” Prachtig. Drie woorden die alles zeggen over de zijn DSC jaren.

Het is een ongelooflijk verhaal. Een successtory. Chemie die magie werd. Zaterdag het laatste rondje. Een uitzwaaiwedstrijd. Dat mag geen DSC’er missen. Van Vloten en Verberk verdienen een ovationeel applaus van de supporters. En dan? What remains? Een biertje in het paviljoen. ‘Photographs en Memories.’ En dit verhaaltje van Rob.

Richard en Marc. Superbo. Golden years.

Terug