Het is zo stil in mij,
Ik heb nergens woorden voor,
Het is zo stil in mij,
En de wereld draait maar door.
‘Van Dik Hout’
Rob, ik heb slecht nieuws voor je waar je van gaat schrikken. Ik zat direct rechtop in bed. Toen het bericht: “Bert Verlaek is overleden.“ Ongeloof maakte zich van mij meester. Verbijsterd was en ben ik.
Bert, mijn vriend, onze toegewijde Ere voorzitter en secretaris overleed op 57 jarige leeftijd. Midden in het leven. Positief kijkend naar de toekomst. Vol ambitie. Genietend van het leven. Zomaar is het over. Zomaar is het voorbij.
Onze wegen kruisten elkaar begin jaren negentig. Bert was net voorzitter van Deto geworden. Ik werd aangetrokken als trainer van Deto 2.
Bert presenteerde zich als een enthousiaste, ambitieuze, gedreven maar vooral betrokken en warme man. En ja, soms ook een driftige en ongeduldige man. Het klikte. We voelden elkaar aan. Hij gaf mij een welkom bij Deto. Hij zorgde ervoor dat ik ging houden van de club.
We kwamen elkaar tegen op feestjes en carnaval. We spraken vaak over de toekomst van korfbal. Hij baalde toen ik een tijdje mijn trainersambities elders wilde uitproberen. Hij haalde me terug om hem te ondersteunen in de fusiebesprekingen met Sportlust.
Een samenwerking die heel even onder druk kwam te staantoen hij meedeelde dat hij mij na een jaar hoofdtrainerschap ging vervangen door een andere trainer. Ook dat was Bert. Als het voor de club moest, dan spaarde hij ook niet de mensen waar hij veel warmte voor voelde. Het was een van die magische momenten tussen ons. Ik accepteerde en vertelde en passant dat ik hem wel wilde ondersteunen in het bestuur.
Het werd het begin van een heel lange bestuurlijke samenwerking. We spraken elkaar vrijwel dagelijks over de aanstaande fusie met Sportlust, de ontwikkeling van het sportpark, kunstgras, sporthal, DSC.
Zonder Bert was er waarschijnlijk geen DSC. Zonder Bert hadden we niet onze fantastische accommodatie. Zonder Bert hadden we nu misschien nog in de eerste of tweede klasse gespeeld. Zonder Bert was DSC een onbekend korfbalclubje gebleven. Hij kreeg terecht voor al die verdiensten een koninklijke onderscheiding en wij benoemden hem tot Ere voorzitter.
Bert deed daarna een stapje terug. Hij ging samen met Jolanda reizen. Hij heeft er mij op onze gemeenschappelijke bieravondjes eindeloos over verteld. Ik luisterde met bewondering naar zijn avonturen. Bert was een ondernemer, een regelneef die het avontuur opzocht.
Ruim twee jaar geleden hadden we weer eens een magisch moment. Er moest een nieuwe voorzitter komen. Er dreigde bestuurlijke leegte. Aan de keukentafel in het paviljoen schetste hij zijn zorgen en vond dat ik eigenlijk de enige kandidaat was die DSC de volgende fase in kon leiden. Het magische moment werd enige dagen later over gedaan samen met Edwin Mulder bij Bert achter in de tuin. Een uurtje later was het fundament gelegd voor de volgende fase in het DSC bestaan.
En nu, midden in dat proces moet DSC verder zonder Bert. Dat gaan we ook doen. Maar er blijft een enorme leegte achter.
Bert watben ik je enorm dankbaar voor wat jij voor DSC hebt gedaan. We gaan je ongelooflijk missen maar gaan verder met de droom die jij ooit formuleerde: DSC naar de top.
Bert wat ga ik je persoonlijk missen. Je enthousiasme, je ongeduldigheid, je scherpte, je ambitie, je humor,je kort door de bocht acties, je warmte, je gedrevenheid en je betrokkenheid. De bierproeverijen, het praten over lekkere wijnen, filosoferen over korfbal, de Thaise menuutjes, oud en nieuw. Het zal nooit meer zijn zoals het was.
Bert, mon ami, een heel diepe buiging en een eindeloos groot applaus. Adieu.
Rob Aarts